De Zweedse vesting
Onopvallend staat hij in mijn praktijkruimte, de stalen kast van de Zweedse meubelgigant. Bovenop staat het dartboard dat bijna uit elkaar valt, al jarenlang worden de rode en de groene pijltjes er met groot enthousiasme op afgevuurd. Buurman Hobermann Sphere heeft er een vergelijkbare slijtageslag op zitten en is nu echt in de fase beland waarin er niets meer aan te redden valt. Zo op het oog doet hij het nog, totdat je hem uitklapt. Dan blijkt dat er verbindingen ontbreken waardoor hij, eenmaal op maximale grootte, niet meer zonder een extra zetje in staat is om tot oorspronkelijk formaat terug te veren. Eigenlijk best een mooie metafoor voor de reden waarmee veel kinderen en gezinnen binnen komen. Misschien moet ik ‘m toch maar houden.
Het onbewogen uiterlijk van de kast vormt een scherp contrast met wat zich aan de binnenkant bevindt. Daar wonen de innerlijke zielenroerselen van ‘mijn kids’. Het wemelt er van gedachten, emoties, sensaties, wensen en verlangens of juist dat wat te pijnlijk en beangstigend is om te voelen. Op papier gezet in vormen en kleuren, hoeken en kronkels, lijnen en stippels, soms vergezeld van letters en van woorden, maar vaker vormgegeven op zodanige wijze dat ‘het’ zonder woorden kan worden gezegd.
En ik? Ik bezit de sleutel. Als de kast de vesting is waar alle zielenroerselen huizen, ben ik de poortwachter. Voor velen is het fijn om hun verhaal aan de vesting toe te vertrouwen en daar achter te laten wanneer de sessie eenmaal over is. De toegangspoort gaat dicht en de sleutel wordt opgeborgen. De wetenschap dat je verhaal achter slot en grendel ligt, dat je er afstand van kunt nemen en het tevoorschijn kunt halen wanneer je daaraan behoefte hebt, geeft rust. Veiligheid. Controle. Een volgende keer gaat de poort weer open, ziet het verhaal opnieuw het licht en heeft het mogelijk een andere kleur. Of hij blijft dicht, want de tijd is nog niet rijp en het voelt te kwetsbaar om er naar te kijken.
Bij het afronden van de therapie blijven de verhalen over het algemeen achter in de kast. Soms omdat ze doen denken aan moeilijke tijden, maar vaker omdat er iets is veranderd, zichtbaar of subtiel. Het oude verhaal heeft plaatsgemaakt voor een nieuw vertelsel, en daar kan het kind mee dóór. De wijde wereld in, waarin het kind zichzelf of zijn omgeving anders beleeft dan voorheen.
Als kasten konden praten…. maar gelukkig kan dat niet. Tenminste, deze dan. En heel misschien stiekem alsnog? Dan was het in onverstaanbaar Zweeds.